Enkele jaren terug reflecteerden we een eerste keer op het populair geworden fenomeen van het beleggen in cryptomunten. In het bijzonder pikten we in op het algemeen fiscaal kader voor gerealiseerde meerwaarden op deze munten (Beleggen in cryptomunten - de fiscaliteit in een notendop). Intussen volgden er meerdere rulings. De rulingpraktijk van 2024 bevestigt dat een meerwaarde, mits gehandeld als een “goede huisvader”, belastingvrij is.
Het beleggen in cryptomunten blijft in opmars, niet in het minst sinds de recente verkiezing van de 47ste president van Amerika. Bitcoin, de bekendste cryptomunt, verdubbelde in waarde in 2024, met een bijkomende piek in december laatstleden. Andere bekende cryptomunten zijn o.a. Ethereum, Litecoin, Ripple, Cardano, enz. Deze beleggingsvorm is wijd verspreid: niet alleen beroepsbeleggers, informatici, techneuten, maar evenzeer de reguliere burger koopt wel eens een cryptomunt. De meerwaarde bij een verkoop zijn vaak een veelvoud van de aankoop.
Op wetgevend vlak is erop vandaag nog geen specifiek kader inzake het taxatieregime. Het blijft aldus teruggrijpen naar de algemene wettelijke fiscale bepalingen inzake de inkomstenbelastingen:
De fiscus lijkt als uitgangspunt aan te nemen dat het doorgaans gaat om diverse inkomsten. Desalniettemin erkent zij ook dat het een feitenkwestie is die geval per geval beoordeeld moet worden. De rulingdienst stelde een aantal jaar geleden een vragenlijst op aan de hand waarvan wordt afgepunt in welk feitelijk kader men zich situeert: goede huisvader en dus belastingvrij, of speculatief en dus belastbaar als divers inkomen.
In de recente rulingpraktijk weten we de toepassing van deze vragenlijst bevestigd. In 2024 zijn diverse positieve rulings afgeleverd meer bepaald rulings die bevestigen dat er sprake is van normaal beheer van privévermogen (goede huisvader) en dus van een belastingvrije meerwaarde.
Nemen we bijvoorbeeld de meest recent gepubliceerde ruling van 16 juli 2024 (nr. 2024.0383). Gedurende de periode 2022-2023 heeft de aanvrager een beperkt aantal transacties uitgevoerd; de aanvrager veranderde in die periode van beleggingsstrategie: waar hij voorheen veel swaps verrichte om op korte termijn een meerwaarde te realiseren, heeft de aanvrager met de huidige strategie de bedoeling om deze activa gedurende langere termijn aan te houden (buy and hold). De aanvrager heeft nooit aan mining gedaan; de aanvrager koopt noch verkoopt via automatische processen of software; de aanvrager heeft geen professionele kennis opgedaan over de techniciteit van cryptomunten; de aanvrager was niet actief in de cryptocurrency-gemeenschap; hij had slechts een beperkt percentage van zijn vermogen belegd in bitcoins; de aanvrager maakte gebruik van hardware wallets om zijn cryptomunten te beschermen; de aanvrager heeft geen beroep gedaan op externe financiering (leningen) voor de aankoop van zijn munten; hij deed geen beroep op advies van professionals uit de financiële en/of informaticasector. De rulingdienst besloot dat, gelet op deze feitelijke elementen en in het bijzonder de gewijzigde beleggingsstrategie sinds 2022 in buy and hold, de meerwaarden geen diverse inkomsten uitmaken en dus belastingvrij waren.
Eerder in 2024 zijn minstens vier andere positieve rulings terzake gepubliceerd. In 2024 is er evenzeer een ruling afgeleverd waarin wel is besloten tot kwalificatie als diverse inkomsten. Het betrof een dossier waarbij de aanvrager meer dan de helft van zijn roerend vermogen in tien verschillende cryptomunten op verschillende platformen heeft geïnvesteerd; in 2023 vonden meer dan vijftig transacties plaats waarbij de frequentie per maand sterk varieerde; de meerwaarden op de verkoop van zijn cryptomunten in 2023 zijn niet belastbaar als beroepsinkomsten, maar kwalificeren als diverse inkomsten, aldus de rulingdienst.
In de meest recente toonaangevende rechtsleer is bevestigd dat de rulingdienst geneigd is de inkomsten uit cryptomunten te kwalificeren als een normale verrichting van beheer van een privévermogen indien in essentie aan de volgende criteria is voldaan:
Laatstgenoemd criterium blijkt in de rulingpraktijk, zo bevestigt de rechtsleer, een determineerde factor te zijn in hun beoordeling over de kwalificatie van de inkomsten.
Zodra er meer dan 25% van het roerend vermogen in cryptomunten wordt geïnvesteerd, lijkt de rulingdienst van mening te zijn dat er geen sprake meer is van een normaal beheer van het privévermogen. De 25%-grens is evenwel niet als een algemeen principe te hanteren en moet in elk dossier onafhankelijk worden beoordeeld.
Beleggers in cryptomunten realiseren vaak significante winsten. En de rulingpraktijk leert dat deze meerwaarde belastingvrij kan zijn, mits een eerder passief beheer van zijn privévermogen en een eerder beperkt deel van zijn roerend vermogen - door de rulingdienst doorgaans gelimiteerd op 25% - in de cryptomunten is geïnvesteerd. De concrete feiten zijn doorslaggevend. We toetsen het graag mee met u af, of staan u graag bij voor een rulingaanvraag.