Vergoedingen voor auteursrechten: dé aantrekkelijke vergoedingswijze voor de creatieve werknemer, de creatieve zelfstandig medewerker of de creatieve bedrijfsleider!
Geschatte leestijd
4 minuten
   

Sinds 2008 voorziet de fiscale wet in een uitermate gunstige belastingregeling voor inkomsten die een belastingplichtige geniet uit auteursrechten. Zowel werknemers als zelfstandig medewerkers en bedrijfsleiders kunnen van deze fiscale incentive genieten.

Hoe voordelig?

Het aantrekkelijke van dit fiscaal regime is dat inkomsten die normaliter als een beroepsinkomen zouden worden belast aan de progressieve tarieven, door een wettelijke fictie worden geconverteerd in een roerend inkomen dat afzonderlijk wordt belast aan zeer aantrekkelijke tarieven.

Dit gunststelsel ziet er als volgt uit:

  • tot een (geïndexeerd) inkomen van € 62.090,00 (inkomstenjaar 2020) worden deze vergoedingen onweerlegbaar geacht roerende inkomsten te zijn en belast aan slechts 15%;
  • daarnaast geldt er een aantrekkelijk kostenforfait van 50% voor de eerste (geïndexeerde) schijf tot € 16.560,00, van 25% voor de tweede schijf vanaf € 16.560,00 tot € 33.110,00 en van 0% boven de € 33.110,00.


Conclusie
: al naargelang de omvang van de netto-vergoeding bedraagt de reële belastingdruk op auteursrechten 7,5% tot 12%.

Wie is de creatieve werknemer, de creatieve zelfstandig medewerker of de creatieve bedrijfsleider?

Essentieel is dat het moet gaan om de overdracht van een zogenaamd ‘auteursrechtelijk beschermd werk’.

De regelgeving heeft het over ‘werken van letterkunde’. Wellicht had de wetgever initieel vooral artistieke werken zoals boeken, schilderijen, beeldhouwwerken, tijdschriftartikels, muziek, etc. voor ogen. Naderhand werden bijvoorbeeld ook computerprogramma’s bij wet gelijkgesteld met werken van letterkunde.

Uit de rulingpraktijk volgt dat een heel breed gamma aan creatieve werken in de meest diverse sectoren onder de noemer van het auteursrecht kan vallen :

  • architecten,
  • softwareontwikkelaars,
  • communicatiebureaus,
  • marketeers,
  • fotografen,
  • ICT’ers,
  • plastische en grafische kunstenaars,
  • opleidingsverstrekkers en hun cursusmateriaal,
  • game-ontwikkelaars,
  • mode- en designontwerpers,
  • etc.


Een ruime draagwijdte dus. Met één rode draad: er dient hard gemaakt te worden dat er sprake is van:

  • een eigen originele creatie
  • die veruitwendigd wordt in een concrete vorm.


De eenvoudige reproductie van bestaande programma’s, modellen etc. is uiteraard niet origineel.

Hoe het bedrag van de vergoeding vaststellen?

Daarnaast dient de overdracht van de auteursrechten, en in het bijzonder de specifieke vergoeding voor deze (con)cessie, bij schriftelijke overeenkomst te worden vastgeklikt. Dit kan in een afzonderlijke overeenkomst dan wel middels een addendum aan de bestaande arbeidsovereenkomst.

Het bedrag van de vergoeding uit auteursrechten dient adequaat te zijn. Op vandaag blijkt uit de afgeleverde rulings dat dezelfde vergoedingspercentages meermaals terugkomen.

Voor werknemers of zelfstandig medewerkers wordt doorgaans een percentage gehanteerd in functie van hun totale vergoedingsmassa, waarbij de percentages veelal schommelen tussen de 15% en 25%.

Voor bedrijfsleiders wordt vaak een percentage van 12,5% van de netto-omzet gehanteerd om het inkomen uit auteursrechten vast te klikken, met een maximum van 50% van het resultaat van het boekjaar voor belastingen en met een minimum van 5% van de betrokken netto-omzet.

Veel hangt uiteraard ook af van het creatief profiel van de betrokkene.

Voorafgaande toets bij de rulingdienst

Of een werk auteursrechtelijke bescherming geniet, is niet steeds afgelijnd en nogal eens voor appreciatie vatbaar. Of de beoogde vergoeding in verhouding is, hangt evenzeer af van de concrete omstandigheden.

Zekerheid kan bekomen worden door een aanvraag dienaangaande te richten aan de rulingcommissie. Meer en meer belastingplichtigen maken hier alvast gebruik van: in 2019 werden ongeveer 300 aanvragen ingediend (ter vergelijking: in 2016 waren er een 100-tal aanvragen).

Aan de hand van gerichte vragen peilt de rulingdienst in het bijzonder naar de originaliteit van het werk (bv. vraag tot voorlegging van een aantal concrete realisaties) evenals naar de redelijkheid van het bedrag van de vergoeding inzonderheid rekening houdend met de precieze creatieve tijdsbesteding (bv. vraag tot voorlegging van timesheets). De dialoog levert vaak positieve rulings op.

Overigens komt vandaag zowat de helft van de prefilingaanvragen uit bedrijven in de ICT-wereld: ontwikkeling van software, software architectuur, etc. Deze tendens komt niet vreemd voor: het is dé sector bij uitstek waar werknemers (ICT’ers, software-engineers, etc.) originele creaties ontwikkelen zoals bv. bedrijfseigen of gespecialiseerde software-applicaties.

In deze en in vele andere sectoren is de verloning door middel van een vergoeding voor auteursrechten dan ook een opportuniteit.

Vergoedingen voor de overdracht van auteursrechten genieten een bijzonder gunstig belastingregime: roerende voorheffing aan 15% én een aantrekkelijk kostenforfait, wat maakt dat op de vergoeding de facto een belastingdruk van slechts 7,5% à 12% rust. Een belangrijk verschil dus met de reguliere bezoldigingen belast aan progressief tarief. Het is vandaag dé opportuniteit om uw creatieve werknemers of zelfstandige medewerkers op die manier te verlonen, en/of talentvol creatief personeel aan te trekken of te behouden. Ook de creatieve bedrijfsleider kan zich in zijn creatieve doen gemotiveerd weten door deze fiscale incentive. Essentieel is dat concreet aangetoond wordt dat het werk ‘origineel’ en dus auteursrechtelijk beschermd is, en dat de overdracht en de adequate vergoeding voorzien worden in de gedegen schriftelijke overeenkomst. Heel wat sectoren springen met reden op de kar.

Imposto Tax Talks

Een praktijkgerichte nieuwsbrief die de juridische en fiscale actualiteit op de voet volgt, tweemaandelijks in jouw inbox.