VZW Actueel: Sprekers en auteursrechtelijk beschermd werk - fiscaal vriendelijke vergoedingen
Geschatte leestijd
8 minuten
   

U gaat – al dan niet regelmatig – spreken voor groepen, verenigingen, firma’s, etc., met een eigen documentatiebundel onder de arm? Weet dan dat uw presentatie in aanmerking komt om te worden beschouwd als ‘auteursrechtelijk beschermd werk’. De sprekersvergoeding die u dan vanwege de organisator bekomt, wordt aan een laag tarief belast in de personenbelasting. De spreekbeurten in kwestie kunnen eender welke sector of onderwerp bestrijken, als de boodschap maar een eigen creatie betreft én deze in een concrete vorm is gegoten, dan bent u ‘auteur’.

Auteursrechtelijk beschermd werk, wat is dat nu precies? Een algemene blik

Algemeen gelden er drie voorwaarden om te spreken van auteursrechtelijk beschermd werk:

  1. werk van letterkunde of kunst;
  2. uitgedrukt in een concrete vorm;
  3. en origineel.


We lichten deze criteria nader toe…

Werk van letterkunde of kunst

Reeds in de 19e eeuw is op internationaal niveau voorzien in een wettelijke bescherming voor zogenaamde literaire of artistieke werken.

Meer bepaald voorzag de Conventie van Bern van 1886 (laatst herzien in 1971) in een beschermd auteursrecht onder meer voor, we citeren:

Alle voortbrengselen op het gebied van letterkunde, wetenschap en kunst, welke ook de wijze of de vorm van uitdrukking zij, zoals boeken, brochures en andere geschriften; voordrachten, toespraken, preken en andere werken van die aard; toneelwerken of dramatisch-muzikale werken; choreografische werken en pantomimes; muzikale composities (…); cinematografische werken (…); werken van teken-, schilder-, bouw-, beeldhouw-, graveer- en lithografische werken (…); werken van toegepaste kunst; illustraties en aardrijkskundige kaarten; tekeningen, schetsen en plastische werken, betrekking hebbende op aardrijkskunde, de topografie, de bouwkunde of de wetenschappen.’

In de Belgische wetgeving is het werk van letterkunde of kunst inmiddels ingeschreven in het Wetboek van Economisch Recht. Daar lezen we onder meer:

‘Onder werken van letterkunde wordt verstaan de geschriften van welke aard ook, alsmede lessen, voordrachten, redevoeringen, preken of andere mondelinge uitingen van de gedachte.’

Openbare redevoeringen of debatten vallen er niet onder vermits deze vrij kunnen worden gereproduceerd.

Oorspronkelijk werden aldus vooral schrijvers en kunstenaars in de klassieke betekenis van het woord bedoeld door de wetgevers.

De invulling van het begrip ‘werken van letterkunde of kunst’ is door de decennia heen mee geëvolueerd. Mede onder impuls van de (Europese) rechtspraak, met bevestigingen allerhande in de rulingpraktijk, is algemeen aanvaard dat onder meer volgende werken of domeinen de auteursrechtelijk bescherming kunnen genieten:

  • computerprogramma’s, software, apps, videogames, mobiele apps;
  • databanken;
  • architectenwerk;
  • werken van journalisten;
  • marketeers;
  • ghostwriters;
  • ontwerpen meubels, brilmonturen, kledij;
  • sprekers;
  • enz.


Een brede waaier dus. Velen kunnen auteur zijn, in om het even welke sector.

Concrete vorm

Het werk moet in een welbepaalde vorm zijn uitgedrukt, die zintuiglijk waarneembaar is. De vorm moet voldoende nauwkeurig en objectief kunnen worden geïdentificeerd. Iedereen moet eenzelfde impressie krijgen van het werk, subjectiviteit mag niet meespelen (bv. een smaak of geur van een product vallen niet onder het auteursrecht). Algemene voorbeelden van dergelijke vormen zijn boeken, slides, andere geschriften, pc-bestanden, video-opnames, etc.

Het auteursrecht beschermt immers geen loutere ideeën, concepten, procedures, werkwijzen, etc. Denken we bijvoorbeeld aan werkmethodes, pedagogische methodes, wiskundige methodes en wetenschappelijke thema’s of stellingen, recepten, etc. Op zich vallen deze niet onder het auteursrecht, ze dienen te worden uitgedrukt bv. in een boek, folder, etc.

Met andere woorden, het auteursrechtelijk beschermd werk is ‘een idee dat vorm heeft gekregen’, en alleen dat resultaat (die vorm) valt onder het auteursrecht, niet het idee zelf.

Originaliteit

Het werk dient daarnaast ‘origineel’ te zijn. Dit betekent niet dat het werk ‘nieuw’ moet zijn. Een werk is origineel in de zin van de auteursrechtenwetgeving wanneer het werk ontstaan is uit eigen intellectuele inspanningen van de auteur en derhalve de persoonlijke toets van de auteur draagt.

Met andere woorden, de auteur heeft eigen keuzes en creaties gemaakt, en niet louter vaststaande procédés of methodes gevolgd. Het werk draagt anders gesteld de stempel van de auteur, het werk zou er anders uitzien mocht iemand anders de auteur zijn. Bijvoorbeeld een foto kan een originele uitdrukkingsvorm zijn wanneer de originaliteit blijkt uit de keuze van de enscenering.

Er is geen originaliteit en dus geen bescherming indien de vormgeving uitsluitend bepaald is door technische of functionele vereisten, door reglementaire of ergonomische regels, etc. Bijvoorbeeld een handleiding voor bestaande bedrijfsprocessen, een louter technische procedé, wordt niet als origineel beschouwd.

Er moet dus sprake zijn van een creatieve inbreng van de auteur, wat overigens ook kan bestaan in het samenstellen van onuitgegeven combinaties van bestaande werken.

Geen formaliteiten

Zodra voorgaande voorwaarden zijn vervuld, ontstaat het auteursrecht automatisch en zonder formaliteiten. Ter vergelijking: voor octrooien en merken ontstaat de bescherming pas na een specifieke aanvraagprocedure.

Lesgevers en sprekers als auteurs

Lesgevers of sprekers komen gezien het voorgaande in aanmerking om te voldoen aan de voormelde criteria inzake het creëren van auteursrechtelijk beschermd werk. Toetsen we de drie criteria even af:

  • Van oudsher worden lessen en redevoeringen in de wet aangemerkt als werken van letterkunde of kunst. Alle mogelijke sectoren met inbegrip van het verenigingsleven, en alle mogelijke onderwerpen komen in aanmerking.

We spreken over lessen of voordrachten in:

  1. scholen;
  2. avondonderwijs;
  3. academies;
  4. federaties of organisaties;
  5. (lokale) overheden, enz.;
  6. culturele centra;
  7. sportsites;
  8. etc.

Over volgende uiteenlopende onderwerpen:

  1. computerlessen;
  2. taallessen;
  3. technische opleidingen;
  4. implementatie en toepassing van specifieke nieuwe wetgevingen zoals bv. de vrijwilligerswetgeving;
  5. muzikale of kunstopleidingen;
  6. eventorganisaties;
  7. conferenties;
  8. trainerscursussen in de sport;
  9. etc.

  • De les of voordracht dient vastgeklikt te zijn in een concrete informatiedrager. Specifiek gaat het over:
  1. een handboek (syllabus) of handleiding;
  2. een slidesbundel (bv. PowerPoint);
  3. een folder (brochures);
  4. een video-opname;
  5. pc-bestanden;
  6. webstek;
  7. etc.

  • En dan rest nog de originaliteitsvereiste. De beschreven les of voordracht dient een persoonlijke touch van de auteur te dragen. Een eenvoudige weergave van een wettekst of van een procedé op een simpel A4-blaadje komt vanzelfsprekend niet in aanmerking. De weergave dient de persoonlijke intellectuele inspanningen, de eigen keuzes van de auteur te veruitwendigen. Dit is het geval onder meer bij:
  1. een eigen invalshoek of kijk op bepaalde wetgeving of methodes;
  2. een eigen volgorde of samenstelling van diverse bouwstenen (cf. wetten, procédés, technische voorschriften): hoe deze implementeren in de praktijk, hoe tot gewenste resultaten komen;
  3. eigen didactische aanbreng;
  4. eigen lay-out;
  5. etc.

In deze gevallen creëert u als spreker een auteursrechtelijk beschermd werk en bekomt u hiervoor een auteursrechtenvergoeding.

De auteursrechtenvergoeding: fiscale gunstige regeling

Vergoeding voor overdracht auteursrecht

De auteursrechtenvergoeding is juridisch-technisch in wezen de vergoeding voor het overdragen van de rechten op het gecreëerde werk, meer bepaald het recht voor de gebruiker (firma, VZW, organisatie, federatie, etc.) om het werk te gebruiken en te verspreiden (bv. papieren documentatie wordt bezorgd aan de toehoorders, DVD die wordt verhandeld, etc.).

De vergoeding dient in een overeenkomst – de ‘overeenkomst tot overdracht van auteursrechten’ – te worden bepaald. Onder meer voor sprekersvergoedingen wordt een forfaitair bedrag per prestatie vastgesteld, dan wel – inzonderheid wanneer de organisator het werk verhandeld – een marktconform percentage op de door de organisatie gerealiseerde omzet uit de exploitatie van het betrokken werk. Hieromtrent bestaat alvast een positieve rulingpraktijk.

In de overeenkomst dient overigens tevens het voorwerp, de duurtijd en territorium van de overgedragen rechten precies afgebakend te zijn.

De fiscale gunstregeling

De fiscale wetgever is dergelijke auteursrechtenvergoeding gunstig gezind.

Ook hier een klein streepje geschiedenis. In 2008 voerde de Belgische wetgever de regeling in dat de inkomsten uit auteursrechten tot zekere hoogte worden beschouwd als een – laag belast roerend inkomen’. Achterliggende idee van de wetgever was dat artistieke werkzaamheden niet op een gelijksoortige manier werden behandeld als de inkomsten van andere burgers, rekening houdende met een creativiteitsrisico, een risico op onregelmatige vergoedingen en een risico op wisselvallig succes. De wetgever haalde de mosterd bij buitenlandse fiscale regimes voor auteursrechten (Frankrijk, Canada). Doelstelling was aldus het wegwerken van de hoge progressieve tarieven in de personenbelasting op onregelmatige/wisselvallige inkomsten, en een vereenvoudigde belastingheffing.

Concreet ziet het gunstregime er als volgt uit:

  • tot een grensbedrag van (te indexeren) € 37.500,00 per jaar (geïndexeerd, voor het inkomstenjaar 2022: € 64.070,00): het inkomen uit auteursrecht wordt onweerlegbaar vermoed als zijnde ‘roerend inkomen’;
  • belastingtarief voor dit roerend inkomen: 15%;
  • waarop een gunstig kostenforfait van toepassing: 50% op inkomstenschijf van € 0,00 tot € 17.090,00; 25% op inkomstenschijf van € 17.090,00 tot € 34.170,00; 0% boven de € 34.170,00.


Dit geeft een reële belastingdruk, al naargelang de grootte van het inkomstenbedrag en het toepasselijke kostenforfait, van 7,5% tot 12% op het betrokken inkomen uit auteursrechten.

Een cijfermatig voorbeeld:

  • de auteur bekomt volgend bedrag uit auteursrechten: € 15.000,00;
  • forfaitaire kosten hierop: € 50% ofwel € 7.500,00;
  • netto-inkomen: € 15.000,00 - € 7.500,00 = € 7.500,00;
  • belasting: 15% op € 7.500,00 = € 1.125,00;
  • belastingdruk: € 1.125,00 belasting op een inkomen van € 15.000,00 = € 7,5%.


Ter vergelijking: een normaal beroepsinkomen is belastbaar aan het progressief tarief in de personenbelasting dat kan oplopen tot 50%.

Besluit

In heel wat gevallen, zo ook in het verenigingsleven, kan het werk van de lesgever of van de spreker beschouwd worden als auteursrechtelijk beschermd. De vergoeding die hij of zij hiervoor verkrijgt, de auteursrechtenvergoeding of zeg maar de sprekersvergoeding, geniet een gunstig belastingtarief mogelijk van slechts 7,5%.

Voorwaar een goede reden om in de creatieve pen te blijven kruipen en de organisaties te blijven toespreken over uw werk.

Doe wel de check naar de vorm- en originaliteitsvereiste en denk aan een accurate overeenkomst.

Imposto Tax Talks

Een praktijkgerichte nieuwsbrief die de juridische en fiscale actualiteit op de voet volgt, tweemaandelijks in jouw inbox.