Bij de overdracht van een handelszaak – of beter uitgedrukt een algemeenheid van goederen - geniet de fiscus een bijzondere bescherming. Het bleek immers dat bepaalde belastingplichtigen, die in het nauw waren gebracht door een belangrijke fiscale schuld of een lopende fiscale controle, nog snel hun handelszaak overdroegen om zich op die manier onvermogend te maken ten nadele van de fiscus.
De wetgever heeft deze praktijken een halt willen toeroepen. Thans voorziet de wet dat de overdracht van een handelszaak pas tegenstelbaar wordt aan de fiscus na het doorlopen van een wachttermijn van één maand. Deze wachttermijn begint te lopen na de kennisgeving van de overdracht aan de bevoegde ontvanger van de zetel van de overdrager.
Gedurende de wachttermijn is de overdracht niet tegenstelbaar aan de fiscus, en kan die laatste bewarende en uitvoerende maatregelen nemen (zoals het leggen van beslag) ten aanzien van de overgedragen activa voor de fiscale schulden van de overdrager. Ook biedt de kennisgeving van de overdracht de mogelijkheid voor de fiscus om in het kader van een lopende fiscale controle tijdig bijkomende belastingen in te kohieren bij de overdrager. De overnemer van de handelszaak is immers ook aansprakelijk voor de fiscale schulden van de overdrager die nog tijdens de wachttermijn worden ingekohierd (zie verder).
Zonder de kennisgeving aan de ontvanger kan de wachttermijn van één maand niet beginnen lopen. Zolang de kennisgeving niet is gebeurd, is de overdracht niet tegenstelbaar, en kan de fiscus de overdracht als een non-event beschouwen. Concreet betekent dit dat de fiscus bewarende en uitvoerende maatregelen kan blijven nemen ten aanzien van de overgedragen activa, waarbij het er niet toe doet in wiens handen deze activa zich bevinden, dus ook niet indien de betrokken activa inmiddels een tweede keer zouden zijn overgedragen. Zonder kennisgeving worden de overgedragen activa immers nog steeds geacht deel uit te maken van het vermogen van de overdrager. Het belang van de kennisgeving aan de ontvanger kan dus niet genoeg worden benadrukt.
Na het verstrijken van de wachttermijn van één maand volgend op de kennisgeving aan de ontvanger, treedt een hoofdelijke aansprakelijkheid in van de overnemer van de handelszaak voor de fiscale schulden van de overdrager.
De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt voor alle zekere en vaststaande belastingschulden van de overdrager die bestonden bij afloop van de wachttermijn. Zekere en vaststaande schulden zijn alle fiscale schulden die reeds ingekohierd waren door de fiscus op het ogenblik van het verstrijken van de wachttermijn. De hoofdelijke aansprakelijkheid van de overnemer heeft echter ook betrekking op de belastingen die ingekohierd werden maar die door de overdrager betwist worden middels een bezwaar, een verzoek tot ambtshalve ontheffing, of in een lopende gerechtelijke procedure. Het feit dat de overdrager één of meer aanslagen zou betwisten, mag er niet toe leiden dat de overnemer ontsnapt aan de hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze schulden.
De hoofdelijke aansprakelijkheid van de overnemer is door de wetgever beperkt tot maximaal het bedrag dat door de overnemer is “gestort” of “verstrekt” vóór het verstrijken van de wachttermijn. Sommige auteurs menen dat men hieruit moet afleiden dat de hoofdelijke aansprakelijkheid beperkt is tot het bedrag van de prijs dat door de overnemer effectief betaald werd aan de overdrager vóór het verstrijken van de voormelde termijn van één maand. Hier is onzes inziens enige voorzichtigheid geboden. Deze interpretatie van de wet zou immers inhouden dat men de hoofdelijke aansprakelijkheid zou kunnen omzeilen door een uitstel van betaling te verlenen aan de overnemer tot na het verstrijken van de wachttermijn. Dit lijkt ons in te gaan tegen de bedoeling van de wetgever. Het lijkt ons veiliger om ervan uit te gaan dat de hoofdelijke aansprakelijkheid beperkt is tot het bedrag van de overdrachtprijs die door de overdrager en overnemer werd bedongen, en dit ongeacht of deze prijs reeds volledig betaald werd bij het verstrijken van de wachttermijn.
Indien er bij de overdracht van de handelszaak ook schulden worden overgedragen, moet de nominale waarde van deze schulden in de overdrachtprijs worden inbegrepen. Zodoende zullen de overgedragen schulden dus meetellen om het plafond van de hoofdelijke aansprakelijkheid te bepalen.
De overdrager en de overnemer van de handelszaak kunnen er echter voor zorgen dat de overdracht van activa meteen tegenstelbaar is aan de fiscus, en dit zonder hoofdelijke aansprakelijkheid voor de overnemer voor de fiscale schulden van de overdrager.
Daartoe moeten bij de kennisgeving van de overdracht aan de ontvanger meteen certificaten worden gevoegd die door de ontvanger werden afgeleverd en die bevestigen dat (i) de overdrager geen belastingen en voorheffingen verschuldigd is, (ii) geen belastingonderzoek aangekondigd of hangende is en (iii) geen vraag om inlichtingen werd verzonden. Op het ogenblik van de kennisgeving van de overdracht mogen de bijgevoegde certificaten niet ouder zijn dan dertig dagen.
De wet voorziet dat de overdrager deze certificaten moet aanvragen. Het is echter in het belang van de overnemer dat deze certificaten worden afgeleverd, vermits de overdracht dan onmiddellijk tegenstelbaar kan worden aan de fiscus en er geen hoofdelijke aansprakelijkheid intreedt voor de belastingschulden van overdrager. Het is daarom sterk aan te bevelen om in de overeenkomst tot overdracht van de handelszaak te voorzien dat de overeenkomst wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde van de kennisgeving van de overdracht aan de ontvanger met voeging van de nodige certificaten.
De overdracht van een handelszaak is pas tegenstelbaar aan de fiscus na verloop van één maand nadat deze overdracht ter kennis werd gebracht van de ontvanger. Na het verstrijken van deze termijn treedt een hoofdelijke aansprakelijkheid in van de overnemer van de handelszaak voor de fiscale schulden van de overdrager. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid is beperkt tot het bedrag van de overdrachtprijs die tussen overdrager en overnemer werd bedongen. De uitgestelde tegenstelbaarheid van de overdracht en de hoofdelijke aansprakelijkheid van de overnemer kunnen alleen worden vermeden door bij de kennisgeving van de overdracht certificaten te voegen die werden afgeleverd door de ontvanger, en die bevestigen dat de overdrager geen openstaande fiscale schulden heeft, dat er geen belastingonderzoek lopende is, en dat er ook geen vraag om inlichtingen werd verzonden.