VERMOGEN // 05.12.2019

Tweede verblijf in Frankrijk: leven als god in Frankrijk... mits de nodige planning!

Auteurs: Anouck Sandra

Een tweede verblijf in la douce France betekent niet alleen heerlijk genieten, maar ook een niet-onbelangrijk fiscaal prijskaartje. Naast de taxe de foncière en de taxe d’habitation bent u mogelijks jaarlijks Franse vermogensbelasting verschuldigd op uw tweede verblijf. De mogelijkheden om deze vermogensbelasting te milderen werden belangrijk getemperd onder de regering Macron, maar bestaan nog en kunnen gepaard gaan met een successieplanning van uw Frans tweede verblijf. Een tijdige goede structurering van uw Frans tweede verblijf kan de nodige gemoedsrust brengen om daadwerkelijk van uw verblijf te kunnen genieten als God in Frankrijk!


Jaarlijkse vermogensbelasting aangescherpt!


Met ingang van 1 januari 2018 werd de Franse vermogensbelasting belangrijk hervormd. De Impôt sur la Fortune (ISF) werd vervangen door de Impôt sur la Fortune Immobilière (IFI). Zowel Franse inwoners als niet-inwoners zijn aan de Franse IFI onderworpen wanneer hun belastbaar onroerend vermogen op 1 januari van het belastbaar tijdperk meer dan 1,3 miljoen euro bedraagt.


Het belastbaar onroerend vermogen omvat voor niet-inwoners zowel Franse onroerende goederen als aandelen in een vennootschap die Franse (niet-bedrijfsmatige) onroerende goederen of zakelijke rechten aanhoudt (ongeacht het percentage hiervan in het totale vermogen van de vennootschap).


Door een spreiding van het onroerend vermogen over meerdere personen kan de IFI worden vermeden of ingeperkt op voorwaarde dat deze personen niet tot dezelfde ‘foyer fiscal’ behoren. De grens van 1,3 miljoen euro wordt immers beoordeeld per foyer fiscal. Echtgenoten, wettelijk samenwonende partners en feitelijk samenwonenden maken deel uit van dezelfde foyer fiscal. Ook minderjarige kinderen worden samen met hun ouders tot dezelfde foyer fiscal gerekend.


De spreiding over meerdere hoofden is niet mogelijk door het onroerend goed te splitsen in blote eigendom en vruchtgebruik. Het is de vruchtgebruiker of titularis van een recht van gebruik of bewoning die in principe de IFI verschuldigd is op de waarde van de volle eigendom van de betrokken onroerende goederen. De spreiding over meerdere vruchtgebruikers kan dus wel een valabele optie zijn.


Van zodra de grens van 1,3 miljoen euro wordt overschreden, moet een IFI-aangifte worden ingediend en moet IFI worden betaald op het belastbaar onroerend vermogen dat meer dan 800.000 euro bedraagt. De progressieve tarieven van de IFI zijn de volgende:


belastbaar Frans nettovermogen:


  • < € 800.000 : 0 %
  • € 800.000 - € 1.300.000 : 0,5 %
  • € 1.300.000 - € 2.570.000 : 0,7 %
  • € 2.570.000 - € 5.000.000 : 1 %
  • € 5.000.000 - € 10.000.000 : 1,25 %
  • > € 10.000.000 : 1,5 %


De IFI is verschuldigd op de werkelijke waarde van het geviseerde onroerend goed of van de geviseerde aandelen ten belope van het gedeelte dat teruggaat op de aangehouden onroerende goederen, verminderd met de schulden verbonden aan het onroerend vermogen (bv. schulden die verband houden met de aankoop, herstellingen, onderhoud en verbeteringswerken), bestaande op 1 januari van het betrokken belastbaar tijdperk en aangegaan door de belastingplichtige (of een lid van zijn foyer fiscal).


De aftrekbaarheid van de schulden voor het bepalen van de belastbare grondslag van de IFI werd echter belangrijk beperkt. Zo is het niet langer mogelijk de belastbare basis van de IFI uit te hollen door de financiering van het onroerend goed of de SCI met een lening toegekend door de belastingplichtige of een lid van zijn foyer fiscal, al dan niet via een vennootschap. Ook de zogenaamde familiale leningen (leningen aangegaan bij een ascendent, een descendent, een broer of zus van de belastingplichtige of van een lid van zijn foyer fiscal) en leningen toegekend door vennootschappen gecontroleerd door de belastingplichtige (of een lid van zijn foyer fiscal) zijn in principe niet aftrekbaar, tenzij het normaal karakter van de leningsvoorwaarden wordt aangetoond. Bulletleningen (leningen terug betaalbaar bij einde van de looptijd van de lening) worden bovendien nog slechts pro rata in mindering genomen voor de IFI. Tot slot is er nog voorzien in een aftrekplafond wanneer het belastbaar onroerend vermogen 5 miljoen euro overstijgt.


En wat met de erfbelasting?


Zowel Frankrijk als België onderwerpen Franse onroerende goederen van Belgen, rechtstreeks aangehouden of via een vennootschap, aan erfbelasting. Om dubbele erfbelasting te vermijden sloten België en Frankrijk echter een dubbelbelastingverdrag.


Krachtens het dubbelbelastingverdrag worden onroerende goederen belast in de staat waar ze gelegen zijn. Enkel Frankrijk heeft dus de heffingsbevoegdheid om Franse onroerende goederen aan erfbelasting te onderwerpen.


Voor de aandelen in een vennootschap die Frans vastgoed aanhoudt, komt de heffingsbevoegdheid toe aan de woonstaat van de erflater, in casu België. Ook de aandelen in een Franse SCI worden voor de toepassing van het dubbelbelastingverdrag aangemerkt als aandelen en worden dus uitsluitend in België aan erfbelasting onderworpen.


Franse tweede verblijven blijven dan wel gevrijwaard van dubbele erfbelasting, zoals bekend kan de erfbelasting in ofwel België (27% vanaf de schijf van € 250.000,00 per erfgenaam), ofwel Frankrijk (met sneller stijgende progressieve tarieven) hoog oplopen.


Schenking: milderen IFI én erfbelasting


Om zowel de IFI als de erfbelasting te milderen kunt u een schenking van uw Franse tweede verblijf overwegen.


Zowel op de schenking van Frans onroerend goed als op de schenking van aandelen in een vennootschap met Frans onroerend goed is in Frankrijk schenkbelasting verschuldigd.


Interessant is dat bij een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik in Frankrijk enkel schenkbelasting verschuldigd is op de blote eigendom. De waarde van de blote eigendom wordt vastgesteld in functie van de leeftijd van de vruchtgebruiker. Bij overlijden van de vruchtgebruiker wast het vruchtgebruik zonder schenk- of erfbelasting aan bij de blote eigenaar.


Bovendien geldt in Frankrijk voor een schenking door ouders aan hun (klein)kinderen een vrijstelling van 100.000 euro per schenker en per begiftigde. Op die manier kan een echtpaar aan elk van hun twee kinderen 100.000 euro (d.i. in totaliteit 400.000 euro) schenken met vrijstelling van Franse schenkbelasting. Voor het gedeelte van de schenking waarvoor geen vrijstelling van schenkbelasting geldt, gelden in Frankrijk volgende progressieve tarieven in de schenkbelasting in rechte lijn per schenker en per begiftigde:


op de schijf van (€):


  • € 0,01 - € 8.027 : 5%
  • € 8.027 - € 12.109 : 10%
  • € 12.109 - € 15.932 : 15%
  • € 15.932 - € 552.324 : 20%
  • € 552.324 - € 902.838 : 30%
  • € 902.838 - € 1.805.677 : 40%
  • > € 1.805.677 : 45%


In België
aanvaardt de belastingadministratie dat een in het buitenland geschonken onroerend goed onmiddellijk gevrijwaard is van Belgische erfbelasting. Hetzelfde standpunt geldt voor de aandelen in een Franse SCI.


Zodra de schenking in Frankrijk werd geregistreerd, is hierop zowel in Frankrijk als in België geen erfbelasting meer verschuldigd. Wordt ingevolge de schenking het onroerend goed over meerdere hoofden gespreid (idealiter telkens voor een waarde lager dan 1,3 miljoen euro) dan betekent dit ook een mildering van de IFI.


Hoewel de mogelijkheden om de Franse vermogensbelasting te milderen in belangrijke mate werden getemperd onder de regering Macron, bestaan er op vandaag nog steeds interessante optimalisatiemogelijkheden mits een tijdige en goede structurering van uw Frans tweede verblijf. Hierbij is het van belang om niet alleen rekening te houden met de IFI, maar ook de schenk- en erfbelasting te betrekken in de planning.