VENNOOTSCHAPPEN // 08.05.2020

Het VVPRbis-regime voor KMO-aandelen en de winstpreferentie in het nieuwe vennootschapsrecht

Auteurs: Anouck Sandra

Het nieuwe vennootschapsrecht biedt heel wat bijkomende flexibiliteit. Zo is het voortaan ook voor een besloten vennootschap mogelijk om aandelen te creëren die preferent delen in de winst en het vereffeningssaldo. Deze flexibiliteit biedt tal van toepassingsmogelijkheden, maar hierbij mag niet vergeten worden het fiscale plaatje ook te doen kloppen. Zo kan men in welbepaalde gevallen het bijzonder gunstige VVPRbis-regime verliezen wanneer men preferente aandelen creëert.


Preferente aandelen: voortaan ook mogelijk in BV


Onder het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is het nu ook voor besloten vennootschappen mogelijk om gedifferentieerde winstrechten te koppelen aan aandelen. Dit was voorheen enkel mogelijk in de naamloze vennootschappen en de coöperatieve vennootschappen.


De algemene regel blijft dat aan aandelen gelijke winstrechten verbonden zijn. Van deze algemene regel kan voortaan uitdrukkelijk in de statuten worden afgeweken door de creatie van preferente aandelen om bepaalde aandelen zo meer te laten delen in de winst en het vereffeningssaldo dan andere aandelen.


Deze mogelijkheid is evenwel niet onbegrensd: elk aandeel moet nog steeds delen in de winst. Het is bijgevolg niet mogelijk dividenden enkel te doen toekomen aan één van de aandeelhouders en/of één of meerdere aandeelhouders uit te sluiten van het recht op dividenden. Interessant om hierbij te vermelden is dat het verbod op het zogenaamde leeuwenbeding werd versoepeld. In het nieuwe vennootschapsrecht is het voortaan wel mogelijk om een aandeelhouder volledig uit te sluiten van het verlies van de vennootschap.


Opgepast voor fiscaal impact!


De verruimde mogelijkheid tot de creatie van preferente aandelen opent heel wat perspectieven om de samenwerking tussen verschillende aandeelhouders op gedifferentieerde wijze te vergoeden. Hierbij moet evenwel ook de fiscale impact in rekening worden gebracht om ongewenste gevolgen te vermijden. Zo is het opletten geblazen wanneer men wenst te genieten van het VVPRbis-regime. Een vereiste voor de toepassing van dit regime is immers dat “geen preferente aandelen worden gecreëerd”.


VVPRbis-regime in a nut-shell


Door de Programmawet van 27 december 2012 werden nagenoeg alle bijzondere regimes in de roerende voorheffing afgeschaft om te komen tot één algemeen tarief in de roerende voorheffing van 25% (op vandaag 30%). Ook het oude VVPR-regime (dat voorzag in een verlaagd tarief in de roerende voorheffing voor dividenden voortkomend uit welbepaalde aandelen uitgegeven vanaf 1 januari 1994) sneuvelde op dat moment. De term ‘VVPR’ staat voor ‘verlaagde voorheffing/précompte réduit’.


Met de Programmawet van 28 juni 2013 werden opnieuw enkele gunstregimes in de roerende fiscaliteit ingevoerd, waaronder het zogenaamde VVPRbis-regime. De nieuwe regeling houdt in dat het tarief van de dividendbelasting onder voorwaarden wordt verlaagd naar 20% of 15% indien de dividenden voortkomen uit aandelen toegekend door een kleine vennootschap in ruil voor een inbreng in geld vanaf 1 juli 2013 (art. 269, § 2 WIB’92). De wetgever wil met deze regeling het onderschrijven van verhogingen van het kapitaal van KMO’s in geld aanmoedigen en een stabiele financiering van KMO’s blijvend garanderen.


Om te kunnen genieten van het VVPRbis-regime is onder meer vereist dat er “geen preferente aandelen worden gecreëerd”, wat volgens de Memorie van Toelichting bij de Programmawet van 28 juni 2013 wil zeggen dat de ‘nieuwe aandelen’ geen enkele voorkeursbehandeling mogen genieten.


De term ‘nieuwe aandelen’ wordt in de wetgeving en de Memorie van Toelichting gehanteerd om te verwijzen naar aandelen die in aanmerking komen voor het VVPRbis-regime, zijnde aandelen verworven met nieuwe inbrengen in geld gedaan vanaf 1 juli 2013 in een kleine vennootschap. Het zijn de ‘nieuwe aandelen’ die geen voorkeursbehandeling mogen genieten.


Enkel ‘nieuwe aandelen’: preferente aandelen mogelijk met behoud VVPRbis-regime


Kan een vennootschap waarvan de aandelen in aanmerking komen voor het VPPRbis-regime dan in geen enkel geval preferente aandelen creëren?


Deze vraag werd reeds eerder beantwoord door de Dienst Voorafgaande Beslissingen, evenwel in toepassing van het oude VVPR-regime dat in eenzelfde vereiste voorzag. De rulingcommissie aanvaardde de creatie van preferente aandelen met behoud van het VPPR-regime indien alle andere (niet-preferente) aandelen eveneens aan de VVPR-voorwaarden beantwoorden. In dat geval bestaat er immers geen risico op kunstmatige verschuiving van de dividendrechten van de aandelen die niet in aanmerking komen voor het verlaagd tarief, naar de aandelen waarvan de dividenden wel in aanmerking komen voor het verlaagd tarief, en kan er dus geen sprake zijn van het door de wetgever geviseerde misbruik.


De huidige tekst van de wet moet eveneens zo begrepen worden. Dit houdt in dat bij de gelegenheid van een nieuwe inbreng in geld gedaan vanaf 1 juli 2013 de ‘nieuwe aandelen’ geen voorkeursbehandeling mogen genieten in verhouding tot de aandelen die niet in aanmerking komen voor het VVPRbis-regime, om op die manier misbruiken te voorkomen.


Heeft de vennootschap daarentegen enkel ‘nieuwe aandelen’ uitgegeven dan kan het VVPRbis-regime verder worden genoten, ook na de toekenning van preferente winstrechten aan welbepaalde van deze “nieuwe aandelen”. In dat geval is er immers geen sprake van een voorkeursbehandeling van “nieuwe aandelen”.


De vereiste om geen preferente aandelen te creëren voor de toepassing van het VVPRbis-regime dient zo te worden begrepen dat aandelen die in aanmerking komen voor het VVPRbis-regime geen voorkeursbehandeling mogen genieten in verhouding tot aandelen die hiervoor niet in aanmerking komen. Heeft een kleine vennootschap enkel aandelen toegekend in ruil voor inbrengen in geld gedaan vanaf 1 juli 2013 dan staat het haar daarentegen volledig vrij preferente aandelen te creëren zonder verlies van het VVPRbis-regime.